Dichter bij het Zwarte Gat

Terug naar Columns

Morgen opent hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica Heino Falcke een tentoonstelling over zwarte gaten in Rijksmuseum Boerhaave. Hij presenteerde op 10 april 2019 de eerste afbeelding van een zwart gat. De afbeelding werd wereldnieuws, en werd door het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Science de wetenschappelijke doorbraak van 2019 genoemd.

Wij hebben hem mooi ingelijst, en je loopt er meteen tegenaan als je de tentoonstelling binnenstapt. Verderop leggen we uit dat de afbeelding geen ‘foto’ is maar een construct, samengesteld door het slim combineren van data verkregen door waarnemingen van acht verschillende telescopen die verspreid over de wereld zijn opgesteld. En dat de kleuren van de afbeelding het resultaat zijn van menselijke keuzes.

We hebben in Nederland veel toponderzoekers op het gebied van zwarte gaten onderzoek verenigd in het Dutch Black Hole Consortium. Ik vond het heel bijzonder om met hen te mogen samenwerken rondom deze tentoonstelling, en uit eerste hand te horen hoe hun onderzoek bijdraagt aan iets meer begrip over de mysterieuze fenomenen die zwarte gaten zijn. 

Tegelijkertijd gaan zwarte gaten ons voorstellingsvermogen te boven. In een zwart gat gelden onze vertrouwde natuurwetten niet meer. En rondom een zwart gat treden bijzondere fenomenen een rol zoals een ‘lachspiegelwerking’, waardoor het perspectief totaal verandert. In een experience aan het einde van de tentoonstelling kun je dit ervaren doordat je opeens je eigen achterhoofd ziet als je heel dicht in de buurt van een zwart gat komt. Ook voor de eerste zwarte gaten onderzoekers was dit bijna niet te bevatten. In de tentoonstelling laten we zien dat zij zich lieten inspireren door kunstenaars zoals de wereldberoemde Nederlandse kunstenaar Maurits Cornelis Escher. Op de houtsnede Andere wereld (1947), een bruikleen van het Rijksmuseum, wordt het voorstelbaar dat je vanuit één punt meerdere perspectieven tegelijk kunt hebben. Zo kan -naast de wetenschap- ook kunst ons helpen om steeds een beetje dichter bij het zwarte gat te komen.

Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave

Deze column verscheen dinsdag 19 maart 2024 in De Telegraaf

Zoek op