De man die het gat in de ozonlaag voorspelde

Terug naar Columns

Nederland verliest in korte tijd twee Nobelprijswinnaars. In mijn vorige column stond ik stil bij het overlijden van Martinus Veltman (Nobelprijs natuurkunde, 1999). Vorige week overleed atmosferisch scheikundige Paul Crutzen (Nobelprijs scheikunde, 1995). Beiden waren aanwezig in 2011 bij de opening van de eregalerij voor Nobelprijswinnaars in Rijksmuseum Boerhaave. 

Nederland verliest in korte tijd twee Nobelprijswinnaars. In mijn vorige column stond ik stil bij het overlijden van Martinus Veltman (Nobelprijs natuurkunde, 1999). Vorige week overleed atmosferisch scheikundige Paul Crutzen (Nobelprijs scheikunde, 1995). Beiden waren aanwezig in 2011 bij de opening van de eregalerij voor Nobelprijswinnaars in Rijksmuseum Boerhaave. Van bijna alle Nobelprijswinnaars die Nederland heeft voortgebracht, heeft het museum objecten in de collectie. Van Paul Crutzen kregen we een spuitbus van Fabergé uit New York, eind jaren zestig. Het is een knipoog naar zijn baanbrekende onderzoek naar de invloed van drijfgassen in spuitbussen op het ontstaan van het 'gat' in de ozonlaag. 

De ozonlaag is de laag in de atmosfeer die het leven op aarde beschermt tegen schadelijke ultraviolette straling van de zon. In 1974 voorspelde Crutzen, samen met de Mexicaan Mario Molina en de Amerikaan Frank Sherwood Rowland met wie hij de Nobelprijs kreeg, dat er binnen enkele decennia een gat in de ozonlaag zou ontstaan onder invloed van door de mens gemaakte stoffen. Het gaat hier om chloorkoolwaterstoffen of cfk's die, behalve als drijfgassen in spuitbussen, ook gebruikt werden als koelmiddel in koelsystemen. Het duurde tot de jaren tachtig voordat de NASA daadwerkelijk een gat in de ozonlaag ontdekte. In 1995, het jaar waarin hij de Nobelprijs ontving, waren er al internationale afspraken gemaakt om de cfk's uit te bannen. Uiteindelijk leidde deze ontdekking tot een wereldwijd verbod op het gebruik van cfk's in onder andere spuitbussen, koelkasten en airco's. In Nederland was dat in 2001. 

Paul Crutzen was erg bezorgd over de aarde. Hij was een van de wetenschappers die vond dat de mens zo'n grote impact had op het leven op aarde en de geologische processen, dat je kon stellen dat de mens een nieuw geologisch tijdperk heeft ingeluid, het Antropoceen. Dit riep veel discussie op, en is nu misschien wel actueler dan ooit.  

Amito Haarhuis, Directeur Rijksmuseum Boerhaave

Deze column verscheen op dinsdag 2 februari 2021 in De Telegraaf.

Spuitbus die Paul Crutzen doneerde aan Rijksmuseum Boerhaave, een knipoog naar zijn onderzoek aan de aardatmosfeer (collectie Rijksmuseum Boerhaave V34553)

Zoek op